faalangst
1 op de 10 kinderen heeft last van faalangst. Het is de angst om bij een taak te mislukken en ontstaat in situaties waarin het kind door iemand beoordeeld wordt of denkt te worden. Als hij hetzelfde klusje in zijn eentje doet (zonder publiek), is er vaak niets aan de hand. Kinderen met faalangst zijn bang dat ze door een slechte prestatie de waardering van hun ouders, klasgenoten en leerkrachten verliezen. Ze blokkeren, haken af, gaan nieuwe uitdagingen uit de weg of werken zo hard dat ze zelden nog ontspannen zijn.
Voor pubers met faalangst is die spanning juist te veel. Ze klappen dicht en krijgen tijdens een toets op school bijvoorbeeld een black-out, of ze presteren door de faalangst onder hun niveau. Dat bevestigt hun angst dat ze het niet kunnen, wat de volgende keer nog meer faalangst geeft.
Mogelijke signalen zijn:
• last van hoofdpijn
• last van maag- of darmklachten (diarree/braken)
• hartkloppingen
• snel zweten
• hyperventilatie
• nagelbijten
• verlegenheid
• gesloten of juist heel druk zijn (de clown uithangen)
• regelmatig liegen of smoezen verzinnen
• veel piekeren
Faalangst verlamt het kind. Het twijfelt aan zichzelf. Heeft geen zelfvertrouwen. Een gebrek aan zelfvertrouwen belemmert het kind in zijn of haar ontwikkeling. Hoe leert het met faalangst om te gaan? Hoe ontwikkelt het zelfvertrouwen? Tekentherapie focust op de kwaliteiten van het kind, op de sterke kanten. Die zet het kind in om meer zelfvertrouwen te krijgen. Stap voor stap oefent het kind dit in zijn of haar dagelijkse leven.